NVVC Nieuws

In memoriam: Albert Bruschke (erelid van de NVVC)

12 december 2022
Albert Bruschke (1935-2022), grondlegger van de Nederlandse coronaire arteriografie

Na zijn studie geneeskunde in Leiden en twee jaar interne geneeskunde in het vroegere St Elizabeth ziekenhuis in Tilburg, koos Albert Bruschke in 1963 voor de opleiding cardiologie in het St Antonius ziekenhuis Utrecht onder leiding van Dr. C.L.C. van Nieuwenhuizen. Na zijn registratie als cardioloog (1966), verdedigde hij in 1970 in de Rijks Universiteit Groningen zijn academische thesis “The diagnostic significance of the coronary arteriogram”. In de jaren ’70 was er nog geen sprake van directe chirurgische revascularisatie of katheter interventie van coronaire afwijkingen: arteria mammaria implantaties in de hartspier, de Vineburg procedures en interpositie grafts werden toen gebruikt. De ziekenhuissterfte van hartinfarct was toen nog 10 tot 15%. Routine coronaire arteriografie moest zich nog over ons land verspreiden.

Bruschke verdiepte zich als “Special Fellow” met onderzoek van het natuurlijk beloop van coronaire afwijkingen in de Cleveland Clinic, Cleveland, Ohio, USA (1971-72). Deze inspanningen resulteerden in een aantal baanbrekende publicaties over de progressie van coronaire afwijkingen, tot stand gekomen met de cardioloog Dr W.L.Proudfit en de rontgenoloog Dr M. Sones (1973) van de Cleveland Clinic. Deze artikelen werden in 1982 geclassificeerd als “Citation Classics”. In 1972 werd Bruschke hoofd en opleider van de afdeling cardiologie van het St Antonius ziekenhuis Utrecht tot zijn benoeming in 1985 als hoogleraar en opleider cardiologie in LUMC. Omwille van zijn leeftijd moest hij in 2000 deze positie opgeven. 

Bruschke werd na zijn Cleveland studies uitgenodigd voor talloze nationale en internationale commissies op het gebied van coronaire afwijkingen. Zo heeft Bruschke met zijn grote passie voor coronaire afwijkingen veel geïnvesteerd met Wouter Jukema in de Regression Growth Evaluation Statin Study (REGRESS) studie van het ICIN (nu Netherlands Heart Institute) die licht wierp op de van betekenis van kwantitatieve arteriografie en de rol van lipidenverlaging ter vermindering van progressie van coronairlijden en  van clincial events  zoals hartinfarcten (1995). Met zijn wereld naam werd Bruschke uitgenodigd om Fellow of the Society of Cardiac Angiography, the College of Chest Physicians, the American College of Cardiology en Founding Father of The European Society of Cardiology te worden. 

Bruschke’s betekenis voor de Nederlandse cardiologie is indrukwekkend. Hij was voorzitter van de commissie coronair angiografie (1973-78), vertegenwoordigde de NVVC in Specialisten Registratie Commissie (1980-82) en was van 1983 tot ‘85 voorzitter van het bestuur van de NVVC. In 2009 publiceerde Bruschke samen met Jukema en Vliegen in de Nederlandse taal twee leerboeken over (congenitale) coronaire arteriografie van hoog educatief gehalte. 

Opgevoed in een onderwijsfamilie en gepolijst door zijn ervaringen hoe competitie en hard werken in Amerika het niveau van wetenschap en onderzoek bepalen, hanteerde Bruschke zijn eigen eisen aan kwaliteit en discipline. Zo gebruikte hij niet het door de American Heart Association 15 punt scoringsysteem voor coronaire angiogrammen maar het 36 punt systeem dat veel complexer en arbeidsintensiever is. Afspraak was in zijn visie ook afspraak. Als je een minuut te laat op het ochtend rapport was, kon Bruschke je de vraag stellen of je hier parttime werkte. Die hoge kwaliteitseisen golden ook voor zijn 22 promovendi die hij tussen 1985 en 2000 hielp bij het onderzoek en schrijven voor hun thesis. 

Bruschke was een man met vergezichten. Hij vond in de jaren ‘70 dat de cardiologie van het St Antonius ziekenhuis geen “single track” specialisatie mocht worden met uitsluitend aandacht voor kransslagaderziekten. Hij ondersteunde de samenwerking met het Medisch Fysisch Instituut in Utrecht waarvoor een dependance op de afdeling was ingericht met computers en rekentuig. Deze samenwerking resulteerde in klinisch en epidemiologisch patiënten onderzoek met ECG- en VCG studies en diverse academische thesis. Initiatieven op het terrein van aangeboren hartafwijkingen door Plokker, nucleair onderzoek van het hart door Ascoop, echocardiografie door van Herpen, en elektrische stimulatie van het hart door van Hemel werden door Bruschke verwelkomd maar kritisch gevolgd met oog op de waarde voor patiënten zorg en klinische diversiteit van afdeling cardiologie van het St Antonius ziekenhuis. 

Na zijn emeritaat in 2000 bleef Bruschke in het LUMC actief als “Teaching Professor” in het bijzonder bij de alcoschappen, beoordeelde manuscripten voor diverse cardiologische internationale vakbladen, en hield intensieve contacten met de Cleveland Clinic waarvoor hij beloond werd met de “Service Award” van de Cleveland Clinic Foundation Alumni Association. 

Naast zijn professionele bestaan was zeilen een andere passie van Bruschke, waarbij niets aan het toeval werd overgelaten. Daartoe behoorde race-zeilen in een buitengewoon ongeriefelijk maar snel zeilschip waarmee hij zelfs een keer de beroemde “Channel race” won. 

De stafleden en de talloze cardiologen die door hem in het St Antonius ziekenhuis en later in het LUMC, zijn opgeleid zijn hem dankbaar voor zijn inspiratie, initiatieven en vakkennis. 

Prof Bruschke verdient ook de dank van de patiënt met kransslagaderen ziekte. De behandeling daarvan heeft door zijn publicaties een wetenschappelijk fundament gekregen.  Kennis die door collegae later werd uitgewerkt en geactualiseerd. Terecht werd Albert Bruschke in 2004 benoemd tot erelid van de NVVC in het bijzonder voor de zorg van de cardiologische patiënt.

Het overvolle, goed georganiseerde en welbewuste leven van Albert Bruschke met zijn karakteristieke stemgeluid en soms cynische reacties in de discussie, immer bedoeld om de waarheid te achterhalen en de kwaliteit te verbeteren, is op 1 december 2022 ten einde gekomen. 

Albert Bruschke blijft in ons hart en geheugen, zijn nalatenschap voor ons allen is groot.

Norbert v Hemel en J. Wouter Jukema