“Je wordt gedwongen bij te blijven”
Mijn vak is ontzettend veelzijdig, zowel in technisch als in menselijk opzicht. Je hebt te maken met acute en chronische zorg, met fysieke en psychische problematiek, en met op de individuele patiënt toegesneden keuzes wat betreft diagnostiek en behandeling. Tegelijkertijd ook met diepe angst van mensen om (plotseling) dood te gaan. Het hart is een ontzettend belangrijk en boeiend orgaan. Belangrijk omdat alle orgaansystemen ervan afhankelijk zijn en boeiend vanwege de werking ervan met alle natuurkundige aspecten.
Late ontdekking
Ik ontdekte die veelzijdigheid eigenlijk pas aan het eind van mijn artsenstudie. Na veertien dagen op de afdeling hartbewaking van het toenmalig Academisch Ziekenhuis Leiden gingen mijn ogen open voor de vele facetten aan het vak. Twee maanden voor mijn afstuderen wist ik het: ik solliciteer voor een opleidingsplaats cardiologie. Van die keuze heb ik geen moment spijt gehad.
Vak in ontwikkeling
Het vak ontwikkelt zich nog steeds. Dat maakt het interessant. Je wordt gedwongen bij te blijven. Er zijn veel meer mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling dan toen ik begon. Denk aan de hartbewaking, reanimatie, trombolyse en dotterbehandelingen, de behandeling van hartritmestoornissen en van patiënten met een falende pompwerking, beeldvormende diagnostiek en implanteerbare apparaten. We kunnen de patiënt steeds meer bieden. Dat maakt het werk dankbaar. Dat krijg je ook terug in de vorm van heel persoonlijke bedankjes. Dan weet je dat je wat betekend hebt.
De factor angst
Natuurlijk is niet alles altijd leuk. Geruststellen van mensen vanwege de angst voor een hartaandoening vormt een steeds groter deel van het werk. De tijd, energie en aandacht hiervoor gaat wel eens ten koste van mensen met een daadwerkelijke hartziekte. Dat is wel eens frustrerend.
Realistisch beeld
Wat ik moeilijk vind? Het onvoorspelbare van het beloop van een hartziekte en hoe de patiënt daarover voor te lichten. Soms kan het onverwacht heel snel slechter worden. En daar is lang niet altijd een verklaring voor. Het is belangrijk maar soms lastig om een realistisch beeld te schetsen van wat we kunnen doen. Met de patiënt weeg je af of ingrijpen wel zinvol is en de voordelen ervan opwegen tegen de mogelijke risico's. Dat zijn heel lastige keuzes. En wat altijd moeilijk zal blijven: in het geval van een acute hartdood ben jij het die familie en dierbaren als eerste moet opvangen.
Grootste uitdaging
De vakinhoudelijke uitdaging is het kiezen van de juiste diagnostiek en het inzetten van een passende behandeling, in mijn geval vaak een dotterbehandeling. En dan de uitdaging die ingreep zo goed mogelijk uit te voeren. Daarbij gaat het om het beste resultaat op een voor de patiënt zo plezierig mogelijke en vertrouwenwekkende wijze. En dan nog stel ik mezelf steeds weer de vraag: doe ik het zorgvuldig genoeg?
Blik op de toekomst
De technische mogelijkheden zullen verder toenemen, van een kunsthart tot veel minder belastende operaties. Er komt meer aandacht voor screening. Maar laten we alsjeblieft niet vergeten dat de voorspellende waarde beperkingen kent. Preventie wordt steeds belangrijker. Een blijvende uitdaging. Het veranderen van leefstijl blijkt ontzettend moeilijk. Daarnaast zal met het groeiend aantal ouderen, met meer ziektes naast hun hartaandoening, vaker de vraag komen: moeten we nog wel verder onderzoeken en behandelen?
Rijnstate Ziekenhuis Arnhem
interventiecardioloog en vice-voorzitter NVVC
arts in 1977, cardioloog in 1983
gehuwd, 4 kinderen
hobby’s: volleybal en hardlopen