“De Nederlandse ziekenhuiszorg is de meest efficiënte ter wereld”

Nog altijd dynamisch en veelzijdig 
Ik ben nu 19 jaar cardioloog en ik vind het nog steeds een erg leuk en veelzijdig vakgebied. Je hebt zowel technische als psychologische vaardigheden nodig. Er zijn veel verschillende hart- en vaatziekten die in aard en ernst een grote diversiteit kennen. Het leuke aan cardioloog zijn is, dat je veel onderzoek en therapie in eigen hand hebt. Wanneer ik een bepaald onderzoek of een bepaalde behandeling bij een patiënt de beste optie vind, kan ik die makkelijk met hem of haar afstemmen en afspreken. De cardiologen doen zelf echo’s en hartkatheterisaties, maar ook allerlei behandelingen zoals coronair-interventies (PCI’s), ablaties, percutane aortaklepvervangingen (TAVI) of plaatsen van mitraclips. Juist doordat we in mindere mate afhankelijk zijn van andere vakgebieden kan de cardiologie zich makkelijk blijven ontwikkelen. Het opleiden van jonge artsen tot cardioloog geeft me heel veel voldoening, houdt me scherp en relatief jong. Dat maakt het vak dynamisch en veelzijdig voor mij.

Cardiologie doet er toe 
De winst in de levensverwachting in de afgelopen 50 jaar is voor 1/3 toe te schrijven aan de cardiologie. Een goed voorbeeld is de verlaging van de overlijdenskans van mensen die het ziekenhuis bereiken met een groot acuut hartinfarct. Dat ging van 40% naar 2%! Het vak doet er toe en zal er ook toe blijven doen. We verwachten dat de cardiologische zorgvraag blijft groeien tot 2040. Juist door de nieuwe technologische mogelijkheden kan de cardiologie bijdragen aan meer kwaliteitsjaren voor de Nederlandse patiënt.

Strijd om vrije bedden in de winter 
Het vak heeft ook lastige kanten. Ik vind het steeds weer een uitdaging om de toenemende zorgvraag, complexere gezondheidsproblemen en afnemende zorgbudgetten goed op elkaar af te stemmen. Iedere dag probeer ik bij elke patiënt hetzelfde hoge niveau te halen, zowel wat betreft de cardiologische behandeling als de tijd en aandacht voor de patiënt. Vooral in de wintermaanden vraagt de dagelijkse strijd om vrije bedden voor mensen met een acute zorgvraag veel energie. Ik ben verantwoordelijk voor de behandeling van een acute cardiologische patiënt en daarvoor heb ik regelruimte nodig van de overheid, zorgverzekeraar en de manager. Helaas ontbreekt het daaraan en dat levert ook frustratie op, ondanks mijn waardering voor alle zorgprofessionals, bestuurders en managers waarmee ik werk. Veel zaken gaan wél goed. Dat is te danken aan hun meer dan gemiddelde betrokkenheid bij het werk.

Meer luisteren naar ‘het veld’ 
De vraag naar zorg neemt toe, ziektegevallen worden ingewikkelder en de zorgbudgetten worden minder. Toch willen we de zorg op hoog niveau houden. Dat vraagt om doelmatiger, slimmer en transparanter samenwerken. Dat is een zaak van patiënt, arts, overheid en zorgverzekeraar. E-health zal zeker een aandeel hebben in de doelmatigheid. Ik verwacht echter niet dat het grote verschuivingen in de specialistische zorg gaat veroorzaken. Voor daadwerkelijke verbeteringen in de zorg zou ik graag zien dat dat mensen uit ‘het veld’ bij de overheid en adviesorganen een positie hebben en hun stem laten horen. Juist de mensen die met hun enkels in de modder staan, weten uit ervaring wat wel en niet werkbaar is.

Dierbaarste herinnering 
Mijn dierbaarste herinnering zijn de afscheidswoorden van een relatief jonge patiënte, vlak voor de start van een palliatieve sedatie. Na een hartklepvervanging hadden zich allerlei complicaties voorgedaan. Zij vertelde dat ons verdriet haar lijden niet te kunnen verlichten of haar langer in leven te houden, haar juist had getroost. Zij voelde zich vereerd dat zoveel mensen heel hard gewerkt hadden om haar beter te maken. Haar lijden had betekenis en diepgang aan haar leven gegeven. De gesprekken met haar dokters hadden daar een plaats in gehad.

De Nederlandse ziekenhuiszorg is de meest efficiënte ter wereld 
Ik vind het oprecht jammer dat de overheid, zorgverzekeraars en publieke opinie niet inzien dat de Nederlandse ziekenhuiszorg de meest efficiënte van de wereld is in combinatie met een hoge kwaliteit. Ik denk juist dat de eis tot meer efficiëntie uiteindelijk leidt tot meer kosten. En dat leidt dan weer tot meer drang tot efficiëntie. Zo kom je in een negatieve spiraal terecht. De cardiologische zorgvraag groeit almaar. Wat gaat dit gaat betekenen voor de cardiologische patiënt? Hoe kunnen wij als cardiologen hiervoor onze verantwoordelijkheid nemen?
Ik lig daar wel eens wakker van. Ziekenhuisbestuurders en managers zouden geen beslissingen moeten nemen zonder met de kennis en ervaring van direct betrokkenen over de knelpunten te spreken. Je kunt moeilijk wachtlijsten terugdringen en tegelijkertijd de productie verlagen.

Tot slot: nu ik de kans krijg, dit had ik altijd al willen zeggen:
Lieve patiënten, dank voor het vertrouwen dat u in mij stelt. Dat geeft mij voldoening en plezier in mijn leven.

Joan Meeder (1959)
VieCuri-Medisch Centrum Noord-Limburg Venlo 
cardioloog, opleider, onderzoeker, oud-bestuurder gespecialiseerd in beeldvormende onderzoeken (imaging) 
arts in 1991, cardioloog in 1997

gehuwd, 2 kinderen
hobby’s: wandelen, skiën, zeilen